vrijdag, januari 05, 2007

Alfred Russel Wallace over Charles Darwin

De ‘Origin of Species’ – ‘Over het Ontstaan der Soorten’ - van Charles Darwin is zonder twijfel een van de belangrijkste en meest besproken boeken aller tijden en bekleedt daarmee een positie die niet veraf ligt van het Oude en Nieuwe Testament en de Koran. Voor velen, zeker in de tijd dat het levenswerk van Darwin werd gepubliceerd (1859), was het Joods-Christelijke Scheppingsverhaal de enige en onaantastbare waarheid. Een andere visie op de veranderlijkheid der soorten en het ontstaan van de grote diversiteit aan levensvormen was op zijn minst ongepast, gold voor velen als pure blasfemie, maar gaf ook aanleiding tot een golf van bijval en bewondering. Echter, met name uit de orthodox-christelijke hoek stond men zeer afwijzend tegenover Darwins’ theorie en ervoer het als een directe aanval op de Bijbel.
Het boek bleek evenwel een enorm succes en was reeds op de dag van verschijnen, 24 november 1859, uitverkocht. De uitgever John Murray uit Londen moest bekennen, dat hij met een oplage van 1250 boeken een en ander te voorzichtig had ingeschat.
In de vele edities die volgden, heeft Darwin zijn betoog omwille van de lieve vrede, vermoedelijk ook thuis, steeds verder afgezwakt. De eerste editie bleef echter de meest algemene, en was bovendien het werk dat de wereld op haar grondvesten deed schudden.

Charles Darwin werd in 1809 in Shrewsbury geboren als zoon van een arts en kleinzoon van zowel de omstreden vrijdenker Dr. Erasmus Darwin als de industrieel Joshiah Wedgwood. In 1825 begon hij aan de Universiteit van Edinburgh met zijn medicijnenstudie, maar stapte in 1827 over naar het Christ’s College in Cambridge om daar theologie en natuurwetenschappen te gaan studeren. In 1831 vertrok Darwin voor een wereldreis, die zijn leven voorgoed zou veranderen. Drie jaar na zijn terugkeer in 1836 publiceerde hij het verslag van zijn grote reis. Het Ontstaan der Soorten verscheen pas 23 jaar later. In The Descent of Man (De afstamming van de mens) uit 1871 beargumenteerde Darwin aan de hand van zijn seksuele selectietheorie dat de mens vanuit de hogere primaten was geëvolueerd. Een jaar later verscheen Het Uitdrukken van Emoties. Behalve de genoemde, schreef Darwin verschillende meer specialistische natuurwetenschappelijke werken en zijn postuum uitgegeven autobiografie. Hij stierf in 1882 na een hartaanval en werd in Westminster Abbey begraven.

Darwin kwam tot zijn ideeën over het ontstaan der soorten na een leven van studie en nauwkeurige observatie van de natuur. Vooral de 5 jaar durende reis op HMS Beagle van december 1831 tot oktober 1836 moet een onvergetelijke indruk hebben gemaakt op jonge Darwin, 23 jaar, toen hij met de met 10 kanonnen bewapende brik in opdracht van de Admiraliteit op wereldreis ging. Darwin verzamelde en conserveerde, tekende en maakte notities van alles wat hij tijdens zijn vaak lange tochten in het binnenland van Zuid Amerika, Afrika, Australië, Nieuw Zeeland en een groot aantal eilanden meemaakte.
Uit niets blijkt echter in zijn aantekeningen, dat toen reeds een eerste evolutiegedachte zich begon te vormen. Dat kon ook nauwelijks worden verwacht, Darwin had zich voorbereid op het leven van plattelandsdominee en de bestudering van de natuur was veeleer een hobby. Verder moet in gedachte worden gehouden dat Darwin was opgevoed en opgeleid in het besef dat de aarde in het jaar 4004 v. Chr. was geschapen en dat andere gedachten ten aanzien van het Genesisverhaal iemands carrière konden nekken of zelfs tot een maatschappelijke outcast konden maken.

Grote bewondering viel Charles Darwin ten deel van de bekende Engelse natuuronderzoeker en naturalia verzamelaar Alfred Russel Wallace, die op 2 januari 1861 schreef aan boord van de stoomboot van Ternate naar Timor: ‘Darwin heeft de wereld een nieuwe wetenschap geschonken, en hij staat volgens mij op een hoger plan dan alle filosofen uit de oudheid of uit onze tijd. Groter kan bewondering niet zijn!!!’
Hoewel Wallace rond de zelfde tijd geheel zelfstandig ook de evolutietheorie ontwikkelde benadrukte hij een jaar later op Sumatra nogmaals zijn bewondering voor Darwin: ‘…ik geloof oprecht dat ik nóóit de volledigheid, de enorme opeenstapeling van bewijsmateriaal, de overweldigende betoogtrant en de bewonderenswaardige toon en spiritualiteit van zijn boek zou hebben benaderd. Ik ben echt dankbaar dat het niét aan mij was om deze theorie wereldkundig te maken. Darwin heeft een nieuwe wetenschap en een nieuwe filosofie gecreëerd; en volgens mij is nooit eerder een dergelijke volledige toelichting op een nieuwe tak van kennis te danken geweest aan de arbeid en naspeuringen van één man. Nooit eerder is zo’n enorme hoeveelheid sterk uiteenlopende feiten in één systeem samengebracht en zodanig gerangschikt dat ze tot de formulering van zo’n grootse, nieuwe en simpele filosofie leidden.’
(Uit ‘Charles Darwin Herinneringen’ van Alfred Russell Wallace, Uitgeverij Atlas 1998)